‘Wat de rups het einde noemt, noemt de rest van de wereld een vlinder.’ Ons aller Aad heeft afgelopen TOP-week na een kort efficient studentenbestaan zijn intrede gedaan in het saaie leven. Sindsdien kijkt hij dagelijks met weemoed terug naar die prachtige jaren bij het Heldiaal collectief terwijl hij in de burgerrups naar zijn linkse baantje bij het UWV reist.
Links? Braqueboord! Superrechts ‘Vo. Maar we dwalen af. Vrijdag 2 december was het moment daar, het afscheid. Niet alleen van Braque, maar ook van de mooie mannenclub, clubje twee, autistenclub duizend subclubjes waar Aad aanvoerder van was. Aads huisgenoten trapten de avond af met een schittertragische brief (weet mijn god niet meer waar dit over ging). Enfin, toen was het de beurt aan de meest kale lichting ooit 2014. Waar in deze speech normaliter nog wel een paar trappen na worden gegeven was daarvan in deze geen sprake, in de lofzang van zijn lichting kwam namelijk alleen terug dat Aad naar 50 datediners en 80 lustrumgala’s is geweest, dat hij in zijn tijd bij Braque 312 vrouwen gehad heeft en dat hij nog drogere humor heeft dan Stefan Wesdijk.
Nadat er gezongen was kon het feest losbarsten. De rookmachine stond als vanouds weer onafgebroken aan, de blotebastenborrel werd in ere hersteld, niemand haalde zijn neus op voor een flesje wodka en Aad bereikte eenzame hoogtes.
“Wat is de club zonder Aad?”