Onder een ontzettend warme middagzon heeft het collectief zich verzameld, zoals altijd voor de gelegenheid perfect gekleed in pak ondanks de schrijnende hitte. De locatie deze keer daarentegen is afwijkend: er wordt niet voor een megalomaan universiteitsgebouw verzameld, maar voor ons bekende stekje aan het piusplein.
Een verwarde, oude man komt aanlopen. De rimpels in zijn gezicht tekenen dat hij zich al veel te lang zorgen maakt over wat een nieuwe lichting klooien nu weer voor ellende aan sticht bij zijn clubje, de laatste verwarde plukken haar op zijn hoofd doen vaag denken aan wat vroeger een imposante mat moet zijn geweest. Met zijn ogen neergeslagen loopt ons aller nestor het etablissement binnen. ‘En?’ vraagt een opdringerige klooi met vettige krulletjes hem snel. ‘Een tien…’ prevelt de veteraan zachtjes. ‘Of we snel 10 bakken kunnen krijgen’, roept Hampie daarop richting het barpersoneel, wetende dat je een Braquer boven jou in anciënniteit niet met lege handen wilt laten staan. ‘Tien… ‘, fluistert de Senior van de club nogmaals, terwijl hij verward om zich heen kijkt.. ‘Nee, je hebt maar 7 jaar gestudeerd.’ zegt Diederick terwijl hij een bemoedigend klopje geeft op het versleten stuko jasje van onze Nestor. Langzaam begint het te dagen bij het Dispuut. Franks rode hoofd trekt een beetje wit weg, zich realiserende dat hij misschien wel opeens de laatste van zijn lichting zou kunnen zijn. Snoffel, de meest snuggere klooi van het stel, breekt uiteindelijk de stilte. ‘Maxim, ben je nu afgestudeerd met een 10?’ Even blijft het stil. Langzaam richt dhr. Neijenhuijs, die dacht dat de studentenwereld voor hem geen verrassingen meer had, zijn hoofd op. ‘Ik ben inderdaad afgestudeerd met een 10, ja’. Spontaan worden alle taps tegelijkertijd bij Slagroom open gezet, worden de flessen sterk met vuurwerk op de bar gezet en vliegt het Dispuut der Disputen elkaar in de armen. Kees komt aanrijden en Donnie lanceert een campagne die het huifkarkoprollen tot een nieuw niveau brengt, dit allemaal terwijl Laura goedkeurend toekijkt. Ze wist wel dat haar knorrenboefje het ver zou schoppen. Onder het luid geraas van klinkende bierglazen, kapotgekopte coolers en een collectief dat spontaan alle lichtingsliederen kent denderd de huifkar door Tilburg, om te vieren dat we na al die jaren toch echt afscheid moeten nemen van ons aller Nestor.
“En nu… degene die als laatste zijn schoen uittrekt!”