23 Oktober. Net als bij de discussie die Nederland in haar greep houdt draait het vandaag maar om één ding: zwart-wit. Vandaag vindt de Eerste Borrel weer plaats; een ideale mogelijkheid voor eerstejaars om een kijkje te nemen in de sterrenkeuken van T.H.D. Braque, en voor de Heeren een kans om te zien wie genoeg in huis heeft om aanspraak te maken op een tweede borrel. Om 20.24 is er nog niemand binnen, maar al gauw blijkt dat de eerstejaars dit jaar zeer punctueel zijn, een hele meute staat buiten te wachten alvorens zij tezamen naar binnen gaan. De jaarband zit er vroeg in dit jaar!
De twee elftallen aan nieuwbakken Platonen krijgen eerst de kans om een kleine indruk op te doen van Braque’s tweede huis: Groot Kafee ‘t Vaticaan. Nadat de kelen gesmeerd zijn met enkele fluitjes en Bocken kan er gezongen worden! Geen geschiktere locatie daarvoor dan de huifkar van Ome Kees, alwaar dhr. van Mosselveld op rap tempo het ene na het andere lied er doorheen joeg. Het ging zelfs zo hard dat Victoriaanse klassiekers als ‘My Chuckie’ de revue passeerden. Helaas voldeed dit niet aan het motto van dhr. Mulder: “Anything worth doing is worth doing right”. Gelukkig komen we snel aan bij skihut Hooijen, waar sommigen hun 50-jarig huwelijk vieren, maar wij traditiegetrouw onze eerste borrel houden. Een blik op het barmeisje deed velen schrikken, was ze nou afgevallen? Tot opluchting bleek het al gauw om een ander meisje te gaan dan het varkentje dat we normaal moesten wassen.
Na de mooie speech van de Raeses was het de beurt aan de eerstejaars om de stoel op te klimmen en hun zegje te doen. Het was meteen raak, want bij het optrekken van de eerste broekpijp schitterde daar een paar witte sokken. Wat doet een beschaafd, eloquent en fatsoenlijk dispuut daar mee? Juist! De fik erin! De toon was meteen gezet voor een degelijke stoelsessie. Zo bleek dat er dit jaar een hoop ‘zusjes van’ in de Clochard zullen staan op de vrijdagmiddag, dat er veel nieuwe kanshebbers op de MILF-award bij kunnen komen, dat Dorus overduidelijk zijn klassiekers niet kent, dat de meeste dromen bedrog zijn, dat niemand bestand is tegen het bizarre vragenvuur van Stefan, dat iemand graag een vogelbekdier zou zijn en dat hoe hard je ook knijpt, zo’n glas niet kapot gaat. Ook het oud-Hollands gezegde ‘geef die boer een stoel’ werd door een van de sjaars te letterlijk genomen.
Na al dit vertier bracht de huifkar ons weer terug bij het vertrouwde Spookslot Akademeia. Naast de dames van Fame wachtte er deze avond ons nog een dispuut op; Equilibre had zich extra goed opgetut om goed voor de dag te komen als welkomstcomité. Na onder het genot van een paar flessen sterk het bal te hebben geopend, kon het feest losbarsten. Waar afgelopen weekend enkele van de aanwezigen nog een halve marathon hadden gelopen, werd er nu ook genoeg tijd ingeruimd voor estafettes. Hier liet dhr. Wesdijk zien dat hij net zo snel adt als dat hij praat, gelukkig werd de eer gered middels enkele nipte overwinningen. Gelukkig had Fame daarna een zorgvuldig ingestudeerd stukje choreografie in huis, waartussen zelfs Duijker een prima ballerina had kunnen zijn. En wat bleek nou, het was ook nog eens volle maan!
Na deze galavoorstelling aan soepelheid en finesse zat, zoals wel vaker dit jaar, de rem er niet meer op. De oud-praesi pronkten weer met de rood-witte jas en de met gaten gevulde lap stof van dhr. Adriaans hing om menigeen hun schouders. Waar het zwart-wit collectief deze avond echter redelijk beheerst bleef, was niks te dol voor de aanwezige vrouwen. Ze vlogen door de zaal heen, zaten in de spoelbakken, klommen over de bar heen, strooiden met stiften en bleken zeker ook niet vies van elkaar. Café de Wijn was er niets bij. Na de roes die de rest van de avond voortbracht klonken echter weer de bekende klanken van de Pianomeneer en kon men in alle rust het daglicht opzoeken om richting Achmed’s huis te vertrekken voor de naborrel.
Bram en Roel, trek die portemonnees maar gauw!