Praag

Een van de mooiere tradities die Braque rijk is is de jaarlijks terugkerende na-Carnavalse vakantie. Dit jaar keerden we terug aan de verkeerde kant van het welbefaamde Ijzeren Gordijn en mocht de hoofdstad van Tsjechië dienen als toneel voor deze reis. Dit reisgezelschap wacht op niemand, dus moest de delegatie Braquers en klooien al vroeg verzamelen onder het golfdak van Tilburg CS. Na een treinrit en een tijdreis met een hypermoderne superbus kwamen wij ruim op tijd aan op het debiele neefje van Schiphol, alwaar Jizz Air ons weer van alle gemakken, films, hapjes en beenruimte zou voorzien. De reiscommissie, die onder een schuilnaam wilde vliegen, doneerde nog een laatste leuke fooi aan de vriendelijke uitzuigers van Eindhoven Airport, waarna we dan toch konden vertrekken…

In de taxirit naar het hostel bleek al wat een schitterende stad Praag wel niet was. Bomen, hekken, voetgangers, een grote verscheidenheid aan geeltinten op de muren; prrrachtig! We waren er 6 minuten, 5 hooguit. Dat het mis zou gaan deze vakantie stond al sinds het begin vast: direct naast de ingang bevond zich zedenclub Rio. Maar daarover later meer. Na de koffers op de stapelbedden te hebben gedeponeerd, vertrokken we naar de kelders van “The Pub”. Een stuk origineler dan de naam was de inrichting; elke tafel had zijn eigen tap, jukebox en speciaal voor Donny: spoelbakken. Helaas was dit ook de eerste kennismaking met het fenomeen genaamd ‘Boterbier‘. Direct schoot het door naar het hoofd van dhr. van Schaik, die er lustig op los bestelde: frietjes, nacho’s, wortels en met de minuut werd dhr. Janzens bleker… Na het verbreken van enkele Europese records werd er verder gegeten, en voor een schappelijke 70 kronen de neus kreeg je er ook nog eens onbeperkt ketchup bij!

De zelfbenoemde grootste club van Europa was het toneel van de eerste avond in het Tsjechische. Toen je binnenkwam wist je niet waar je het moest zoeken! Letterlijk, dat is, want op drie verdwaalde prostituees en een handjevol gekke Finnen na was er geen kip. Uiteindelijk was er een kleine Arena die nog enigszins gezellig leek, en waar we menig bekende troffen. Zo was daar Jasper uit Vianen, met wie we kennelijk de avond ervoor nog ruzie hadden gemaakt elders in Praag (wat klopt hier niet?) en een lid van de AVC die een kleine behandeling met de tondeuse had gekregen maakte zijn opwachting. Toen ook aan het eind van de avond nog enkele zakken geleegd waren, keerde men hostelwaarts.

 

   

 

Dag 2. Een goed ontbijt is het halve werk, maar bij Grease-lunchroom James Dean was het eten ook zeker heilig! Enkele met sla, tomaat, ui en spek bedekte koeien later zat de buik wederom ramvol. Ook zonder de Uil kan er getourd worden, helaas probeerde een fanatieke supporter uit Seattle deze pracht te verpesten. Na de Sight-Seeing met Siert en enkele luttele boterbakken ging men dineren bij restaurant Rott: waar kwaliteit nog hoog in het vaandel staat. ‘s Nachts had de lokale bevolking voor ons een Climax-feest georganiseerd met meer lichtjockey’s dan aanwezigen in de zaal. Vrouwen met kinderen opgepast; klooi Basta lag op ramkoers, ondanks het urenlang durende politieke debat wat Bubba besloot te voeren op de dansvloer.

Was er nog een toetje? Jawel! Dhr. van Schaik had een Russenhatende Oostblokker opgepikt aan de bar, die vroeg of we hem wilden vergezellen naar een afterparty-club. Na zijn entree en taxi te hebben betaald en hem nooit meer teruggezien te hebben, ontdekte het selecte gezelschap al gauw dat bontjassen ook gewoon in clubs gedragen mogen worden in Praag. De vrouwen kostten er slechts een handjevol zlotty’s, en de coke bestel je per ons. Echter, zo’n lange nacht verdient ook een goed slot, en een lekker ontbijt. Het keurkorps, onder de bezielende leiding van dhr. van Schaik en chef-kok van Oosterhout bezocht een paar fraaie vijfsterrenhotels, om aldaar de kaviaar, kreeft en de zwembaden te testen. Met pit. En dat alles te danken aan dhr. Mulder, die op kamer 203 vertoefde.

 

   

Nadat ook het klaverjas-virus zich in een rap tempo had verspreid, kwam er dan toch een einde aan deze fraaie trip. Waar sommigen onder ons wellicht nog genoemd worden in een brief van dhr. Foef, mag de knaap die op het vliegveld broodjes in elkaar flanste ook genoemd worden. In “de oorlog” zou hij NSB’er zijn geweest maar nu was het vrij duidelijk dat hij goed binnen lichting 2012 zou hebben gepast.

Sure, why not?!