Zeilweekend

’s Landsch moderne geschiedenis is gebouwd op het kapitaal dat in de 17e eeuw werd vergaard op koopvaardijschepen, de lange route naar het Oosten afleggend wijl getart door vele ontberingen. In een poging de bekende route om de Kaap te verkorten deed ene Willem, die later een zee naar zichzelf vernoemd kreeg, de route over het noorden af te leggen. Die poging werd zo’n drie eeuwen later geëerd door een collectief Heeren dat naar het hoge noorden afreisde; hun goud waren de Amigo’s, de vrouwen hadden ze zelf meegenomen, de bestemming was de Friesche Meeren. Het was weer tijd voor Plato’s jaarlijks zeilweekend.

Voorbereidingen werden getroffen en het Dispuut’s stuurman Frenken reserveerde een boot die zijn gelijke niet kende behalve die van de Uileballen waardoor gelijk het verschil kon worden opgetekend tussen Platonen en zij die de woeste brandingen van het leven niet schuwden. De baco’s werden gekenterd bij een Heldiaal spelletje dat uit de oude doos werd getrokken en daarna daar keurig weer terug werd opgeborgen in de vergetelheid. Djarnilo bleef die avond ondanks stoere verhalen de tafelmaagd van het collectief omdat als door een wonder Hampie100 zijn mollige vingertje in een vrouwelijke donut had gestoken.De regen die die nacht de Helden teisterde bracht kou tot op het bot dat het Nova Zembla van bovengenoemde avonturier tot een tropische trekpleister deed verbleken, al bracht een geel zonnetje en een gouden dorstlesser op de vroege ochtend verlichting. Toen men zijn opwerptentje in de zak had gefrommeld en de trossen waren gelost manoeuvreerden de mannen die hun vaarbewijs onnodig hadden verdiend de boot uit de haven. De volgende bestemming werd aangedaan, maar niet voor een ontmoeting met d’n Uileballen was gerealiseerd. Hun keteltje vocht werd ook leeggedronken terwijl Ronald in het diepe zijn zonnebril zocht. Die avond ging de club inclusief oud-leden het pand te lijf waar ook de rest van Plato te vinden was en uw schrijver zou met liefde willen uitweiden over wat er die avond afspeelde moet hij u het antwoord verschuldigd blijven. De enkelen die nog wel fragmenten konden ophalen van de betreffende avond worden bestempeld tot laffe borrelaars, waarvoor in de geschiedenisboeken geen plek is.

De globetrotters die weer een illusie armer, maar een ervaring rijker terugkeerden in Tilburg brachten hun huurautootje terug naar de garage, keerden de laatste flessen om in hun strot en staken hun gage in hun zak. Al snel zouden de leden weer verlangen naar de witte schuimkoppen op het donkere water daar in het hoge Noorden, vastbesloten om komend jaar weer terug te keren.

“Kennen jullie het oud-Braqueriaanse ‘jij-een-slok,-ik-een-slok’?”