In de barre winter van ’13 mochten de leden van dispuut Braque zich na de jaarlijkse carnavalsmarathon weer melden; de Braquantie stond immers weer voor de deur! Wat doe je dan, als iedereen vijf dagen lang heeft staan vernikkelen van de kou? Even opwarmen en bijkomen van al het alcohol?Juist! En waar kan dat beter dan in het zonovergoten Krakau?!
Zodoende verscheen er vrijdag 15 Februari een kleine groep Braquers en klooien onder het prachtige golfdak van Tilburg Centraal. Een kleine groep, zegt u? Helaas konden er dit jaar maar weinigen mee, een enkeling geveld door carnaval, menig Braquer diep in de portemonnee getroffen door de crisis, en klooi Barry? Die was spoorloos… Desondanks vertrok een negental onder de bezielende leiding van Praesusje-van-alles Beeksma naar Eindhoven Airport. Al gauw bleek dat Q zich goed had voorbereid op deze trip; de een na de andere woordgrap vloog door de stiltecoupe, en ook aan een Poolse vocabulaire en saillante feiten en weetjes ontbrak het hem niet. Als dat maar goed zou gaan…
Niet veel later landden we op het besneeuwde vliegveld van Krakau, waar onze gezellige Oostblokchauffeur al stond te wachten op ‘Mr. Beek‘. Een prachttocht door het fraaie landschap van Polen bracht ons niet veel later bij ons hostel, genaamd ‘Mosquito‘. Altijd handig om een slaapplek naar een mug te vernoemen. Desalniettemin troffen we aldaar een verrassing aan; niemand minder dan klooi Barry was al op onze slaapkamer aanwezig! Daar het al donker werd buiten, en onze hostel-gastvrouw ons vertelde dat we omsingeld waren door een park waar nog nooit iemand levend uitgekomen was, moesten we toch maar eens op pad.
Je bent maar eens in de zoveel tijd in Polen, en daar moet je goed gebruik van maken. Echter was het Beeksma’s reis en gingen we dus naar de pizzeria. Het menu was er vrij apart, ze serveerden er louter knoflook, al dan met pizzasmaak of pasta erbij. Nadat we onze complete samenstelling aan smaakpapillen harder hadden gesloopt dan Hiroshima ooit te verduren heeft gehad, stond ons het beruchte nachtleven van Krakau te wachten. Helaas bleef het die avond bij een halflege club, sfeervol verlicht door een stuk of 1200 TL-buizen. De paar mensen die er waren werden vakkundig weggewerkt door de windmill-skills van de aanwezige Braquers, waar zelfs dhr. Appelhof nog een puntje aan had kunnen zuigen. De motoriek van Kist zorgde er gelukkig ook nog voor dat ongeveer 65% van het bier over de grond heen kletterde… Gelukkig had de club een local ingehuurd die elke vijf seconden een bezem langs je voeten haalde. Na het nuttigen van enkele glazen vodka bleef alleen de harde kern over en kon de tientallen jare oude Single Malt uit de kast getrokken worden. Gezien er de volgende dag een activiteit op het programma stond die weinig katerproof was, zocht men dan toch hun bed of asfalt op om te beginnen aan de welverdiende nachtrust.
Bij het ochtendgloren kon men zich opmaken voor een reis naar een locatie die grimmiger was dan de grijze, vervuilde hopen sneeuw die het Poolse asfalt sierden. De bestemming van deze dag? Auschwitz. Hiervan geen gedetailleerd verslag gespekt met onsmakelijke grappen. U bezoekt het zelf maar eens. Na afloop konden we onze gemoedstoestanden weer een positieve impuls geven, en hoe dat beter te doen dan met het lokale bocht: Schnapski’s! Maar eerst diende er een degelijke bodem gelegd te worden, waarvoor we een Poolse boshut-kelder aandeden. Hier kon men allerlei Poolse delicatessen verorberen, onder het genot van een discussie over wie nou wiens moeder is, en zo geschiedde. Behalve Kapitein Kameel, die een overheerlijk stuk varkens-nek wist te bestellen, die zo mogelijk nog vetter was dan de ongewassen haren van Barry. Na dit feestmaal leidde de akela van ons hostel ons naar een nieuwe club, of eigenlijk eerder een veredeld ondergronds cafe. Hier nam het collectief het concept ‘voetjes van de vloer’ iets te serieus, en naar goed voorbeeld van claimkoning Beek had iedereen al gauw een object gevonden om op te staan en zijn danskunsten te etaleren. Kunsten, zegt u? Jazeker, dansen als Q en Kist mag zeker worden bestempeld als een kunst. ‘Uit de maat’ is in principe nog een compliment voor het geheel aan spastische uitspattingen wat het koddige duo wist te produceren. Gelukkig kwam Barry ons ook nog even opzoeken en vergezelde hij ons aan het eind van de avond terug naar het hostel, om aldaar al onze wodka op te drinken en de gangvloer te bezemen, en ons daarvan het nodige filmmateriaal aan te leveren.
Een klein zwart gat later bevinden we ons op zondag, aan het begin van de middag, bij een prachtige burcht. Zonder de Uil kom je niet zoveel te weten over een stad, dus hebben we ons laten vertellen dat er hier ergens een draak aanwezig was, waarachter een bijzonder slecht verhaal stak. Na enkele verwoede pogingen om zowel de draak alsmede het kasteel te kopen, was de cultuur van Krakau alweer bijna op. Het laatste stukje cultuur besloten we dus maar te consumeren; meer Schnapski’s! Na een schitterende speech van Q, een soort paniekdelerium van dhr. van Loon en enkele kanongeluiden was de dag eigenlijk al niet meer te redden. Gelukkig besloot dhr. van der Zwan wijs te zijn en ons te redden van een zekere ondergang: Doe nog maar zo’n blaadje!
“Even bijkomen in het hostel”, zeiden ze… “Zo’n drankspelletje, daar wordt je echt niet extra dronken van”, zeiden ze… “Spicy food in een Indiaas restaurant is niet zo pittig”, zeiden ze… Gelukkig konden we ‘s avonds eindelijk weer een club aandoen, want meer drank was precies wat we nodig hadden. De lokale bevolking en een groepje Fransen (waar de meningen over verdeeld waren) kregen al gauw te maken met de kamelen-pasjes van dhr., Achmed en het fenomeen ‘Naked Chest Drinks’. Na sluitingstijd was er elders nog een licht incident met betrekking tot een jas, waarna het jongste bestuur dat Braque rijk is besloot om een van hun meest gerespecteerde leden compleet de vernieling in te schoppen. De moordneigingen hielden daar echter niet op, gelukkig konden de plannen om hem van een tien meter hoge trap af te donderen tegengehouden worden. Een vergetelijke avond!
Aan al het mooie komt een eind, en na een lange dag vol wachten, hitjes, stiekem scharende scharrels, fatboys en kroelende en knuffelende Assessoren vertrok de taxi weer richting vliegveld. Zo besloot de reis, en was het eloquent, elitair en bovenal beschaafd gezelschap van T.H.D. Braque weer terug op het oude nest.
Ey man, how is it? Naaathing!