WAT EEN ISTANJANBOEL WEER

De Carnavalsdagen zijn in Kruikenstad elk jaar weer gevuld met boerenkielen, discutabele muziek, bier, bier en nog eens bier. Waar slechts enkelen zich konden prijzen met een afgetekend kaartje van het jaarlijkse carnaveleske hoogtepunt te Cuijk, waren het diezelfden die zich de ochtend er na rot schrokken van de wekker. Die stond op een tijd afgesteld die Brum en Pion voor het eerst in hun leven meemaakten. Echter had dit voorval gelukkigerwijs een bijzonder goede reden. Reisbureau Bolle & Crypto was namelijk al maanden bezig met de voorbereidingen van wat later hun magnum opus zou gaan heten op een wijze waarvan ook Beethoven zou denken: “Dit is gewoon goed”. Ondanks de veelvuldige bezoekjes tijdens de carnavalsdagen waren de heren Woppert en Rintje tot de conclusie gekomen dat het tijd werd om de Bosporus eens echt van dichtbij te gaan bekijken en zo presenteerden zij met gepaste trots: Braquantie 2025, naar Istanboel!

Nadat de rest van de club deze informatie ten gehore kwam bewees Pion eens te meer als enige van Braque xenofobie goed te kunnen spellen na een boos appje van zijn vader over het al dan niet dichtdraaien van de geldkraan als het dispuut daadwerkelijk bij deze “[redacted]” op bezoek zouden gaan. Na dit toonbeeld van Wilders’ immense populariteit in de zuidelijkste provincie van het land werd de toon gezet bij de Heineken bar, alwaar de extra ice cold super deluxe Heineken vrij veel weg had van KB pitchers die al een uur in de zon staan, maar ze er zowel om 9 uur ’s ochtends als ’s avonds toch even lekker in gaan.

Naast het humeur van Pion ontbrak er een tweede onderdeel. Wie goed om zich heen keek bij aankomst op Schiphol zou namelijk zijn opgevallen dat de groep er exact hetzelfde uitzag als de weken ervoor, maar dat was niet zo afgesproken. Een niet nader te noemen vaste huisartsenklant ontbrak namelijk, wat bij de immer empathische stotterdwerg de alarmbellen deed rinkelen. Na een aantal telefoontjes over en weer met de zus van de eerdergenoemde hypochonder en een dollemansrit richting het vliegveld bleek dat Jacque het sluiten van de gate niet ging redden en zodoende moest er een plan B worden opgesteld, waarover later meer!

Een korte vlucht volgde, waar Joris Martijn met haantjes-gedrag niet voor het laatst deze vakantie om de tuin wist te leiden. Een slap aftreksel van Gooische vrouwen en enkele slaapuurtjes die na carnaval dienden te worden ingehaald verder bevond men zich ineens op Turks grondgebied. Ondanks dat het gros van de Amsterdamse taxibusiness in het handen is van chauffeurs met Oosterse roots bleek het in Istanboel toch wat lastiger om direct aan een rit te komen waarbij je niet bang hoefde te zijn dat Ali Baba je naar één van zijn veertig rovers zou brengen. Ook bleek de wisselkoers van de pinautomaten op het vliegveld niet erg gunstig en dus werd er met pijn in het hart wat cash uit de automaat getrokken alvorens onze chauffeur ons door half Turkije naar het goedkoopste appartement van de stad kon brengen.

Goedkoop bleek echter zeker geen duurkoop. Ondanks dat later zou blijken dat de hoteleigenaar toch liever een leuk gezinnetje in die kamers had gehad dan dertien studenten die al bezopen zijn voor ze aankomen mocht het de pret niet drukken en was de ligging fantastisch.

Oppermaatje Philip kende natuurlijk weer iemand die een half jaar in Istanboel gestudeerd had en wist het collectief naar alle bezienswaardige tentjes (waar ze bier verkochten) te brengen. Allemaal in de midgetexpress dus, die men vervolgens afzette bij de Pendor bar. Braquers zijn altijd wel te porren voor wat lokale lekkernijen, wat men ertoe bracht om eens te informeren naar aanraders. De serveerster kon echter geen woord Engels, maar wist tussen de schunnige opmerkingen van onder andere maar zeker niet gelimiteerd aan Rintje toch duidelijk te maken dat de zogenaamde öhnösös wel in de smaak zouden vallen.

Dan hoort de schrijver u denken: “Huheunoes? Kun je dat eten? Hummus met een spraakgebrek?” Nou nee, maar je kan er wel mee slaan. Waar de heren zich enkele seconden geleden nog afvroegen hoe het kon dat de tafel in erbarmelijke staat was bleek toen de eerdergenoemde madame terug kwam met een dienblad vol glazen en een stapel servetten waar de minaretten van de Hagia Sofia bij verbleken.

De situatie zag er vervolgens ongeveer zo uit: je kwam bij de serveerster staan, zij legt de servetjes er bovenop, draait twee rondjes met het glas en vervolgens schrik je je de vinketering omdat ze een zeer gedegen poging doet om het glas voor je neus in tweeën te breken. Turks glas schijnt echter uitermate bestendig te zijn tegen dit soort capriolen, dus in plaats van kapot glas kreeg je een schuimende substantie voor je neus en je werd geacht om die zo snel mogelijk soldaat te maken. Nou, dat hebben we dus maar een keer of 400 gedaan, dat zelfs het personeel overwoog om een fysiotherapeut in de huren voor de gekneusde polsen die ze aan ons overhielden.

Naast dit bijzondere brouwsel alsmede schouwspel zou het de Braquantie niet zijn als men niet binnen twee uur naar de Irish Pub wilde en zo het geschiedde. Dat naast de pubs ook Ierse dokters binnen de gelederen van de T.H.D. erg in trek zijn bleek een van de voornaamste openbaringen die in dat tentje werden opgedaan, evenals de kleptomane neigingen van Rintje waar men geheel terecht door de uitbater op gewezen werd. Zelfs na uitgebreide excuses en het aanbod dat Rintje naast de ontvreemde goederen een deel van zijn misschien wel nog schimmigere cryptow-wallet, wilde de eigenaar de spullen niet terug en zo is Braque er eindelijk achter gekomen dat alle prullaria die de Charles Ponzi van de lage landen over de jaren verzameld heeft niet daadwerkelijk van een vrachtwagen zijn gevallen.

Minstens even traditioneel als de Braquantie zelf is het ruziemaken met de hoteleigenaar omdat we te lawaaierig zouden zijn. Helaas voor de beste man verstonden we geen Turks en bewezen we eens te meer dat het loze woorden waren.

De eerste dag staat doorgaans in het teken van struinen, doen alsof we iets cultureels zien waarvan iedereen een foto naar zijn ouders kan sturen zodat het lijkt alsof we niet écht de hele dag aan het zuipen zijn en vervolgens dan toch maar een tentje op te zoeken om te zuipen.

Voordat dit tafereel zich kon afspelen begonnen de Zwart-Witte heren aan een trektocht in half beschonken toestand, gezien de avond ervoor toch zijn vruchten had afgeworpen. Met zes BW’tjes (op advies van StukoMigo) en één blauwe gitaar op zak kon deze worden ingezet, naar waarvan destijds nog vermoed werd dat dat dan het Aziatische deel van de stad zou zijn, omdat we toevallig één brug overgingen. Dat dat bruggetje niks voorstelde vergeleken met de Titanic-achtige sloep die ons daar een paar dagen later daadwerkelijk naar de plek toe zou brengen was bij de naïeve westerlingen nog niet bekend.

Zoals afgesproken zou er minstens één culturele activiteit op het programma staan, waardoor het reisgezelschap bij de Blauwe Moskee terecht kwam, net op het moment dat daar gebeden werd en toeristen niet naar binnen mochten. Om de tijd te doden haalde Brum een beter cijfer voor het onverwachts SO over de Islam dan hij ooit voor tentamens gehaald heeft en met deze kennis op zak mocht het tapijt aan de binnenkant dan toch betreden worden. TripAdvisor review: Heule grote moskee.

€25 vond men echter wel te duur om de Hagia Sofia te betreden en dus werd een nog veel groter bedrag uitgegeven aan bier, spabo en shisha bij een tentje die er recht naast zat. Op zich begrijpelijk als je die prijs vergelijkt met de bedragen die ze bij de Yuri Gargamel bar vroegen voor een halve liter bier. Voor omgerekend €3 kreeg je zo’n geweldige unit in je hand gedrukt samen met de nodige gratis popcorn en shotjes. Nadat Brum die net verkregen zaken vakkundig in een popcornbak gedeponeerd had werd het tijd om de heil ergens anders te zoeken.

Wederom op advies van iemand die zeer waarschijnlijk vijf keer per week belletjes van Philip Diederen moet beantwoorden met “ja gaat goed maatje” werd een club bezocht die naast warm ook nog eens grimmig bleek te zijn. Een beter recept kon één helft van de reisorganisatie zich niet indenken, zeker in combinatie met de eerder besproken Ierse dokter die het gevolg op de voet achterna zat in de hoop de toekomstig Prins Carnaval van Venray van zijn zaad te kunnen ontdoen.

Dat de hoteleigenaar zich zeer waarschijnlijk in de Blauwe Moskee bevond op het moment dat het collectief er geweerd werd bleek na het godswonder dat Braque zich op avond twee beter gedroeg dan de dag ervoor, al zou dat ook te maken kunnen hebben met de dreiging dat men anders de rest van de week op straat zou mogen bivakkeren.

Enkele zegeningen later brak dag drie alweer aan, waarop eenzelfde hadj als de dag ervoor belopen werd. Ditmaal opgesplitst in nog meer groepjes ontstonden er verschillende plannen over het verloop van de dag. Clubje “De Klooien en diens herder” hadden hun zinnen gezet op een pot Amerikaans korfballen, terwijl clubje “De heilige slet Maryia” als voorproefje op het zeilweekend de Bosporus wilde bevaren. Een tiental onduidelijkheden over het wel of niet aanwezig zijn van alcohol op de SS Tüteren. Mede dankzij dit noodlottige gesteggel en de aanname dat een club die gesponsord werd door een biermerk vast wel bier zou verkopen, was het klooienclubje alvast begonnen aan de warming-up, bestaande uit een ongeplande kroegentocht in de “richting van het stadion”, aldus padvinder Knoet.

De zeebonken wisten op Jack Sparrow achtige wijze toch een schuit in het vizier te krijgen die op het ziltige bevuilde water van de Turkse zeestraat, de bemanning ook van de nodige bier en tieten tralalala te voorzien. Om te compenseren werd ook de Ierse dokter aan boord genomen en naast kwartiermeester Vasteloavond gezet, wat resulteerde in een eveneens verdacht ziltig luchtje toen de eerste gangen op tafel kwamen.

Dat kosten noch moeite gespaard waren bleek uit het gevangenisvoedsel waar Ridouan T. zijn neus nog voor zou ophalen. Toch was dat niet zo erg, want het budget was overduidelijk in andere belangrijkere zaken gestopt. Het entertainment was op zijn zachtst gezegd hardmakend en de man met de soepelste heupjes van het noordelijk halfrond trachtte het heuvelachtige landschap dan ook eens van dichterbij te bekijken. Wat is een Braquantie dan ook zonder een filmpje van Klink die zich beweegt als een jongen met Progeria die wel ouder dan 20 is kunnen worden.

De ober bleef af en aan lopen met blikken zoals alleen de zwervers in het Wilhelminapark dat kennen. Braque kennende smaakten ze er gelukkig niet minder om en zodoende hadden de heren op de boot het beduidend beter voor elkaar dan de klooienkaravaan die inmiddels door een metalen gele koets bij het stadion gedropt waren, alwaar Knoet er eens te meer op gewezen werd dat Mojo Events een kut bedrijf is en dat de kaartjes uitermate meevielen in de prijs. Maar goed, het zou ook Turkije niet zijn als bij de deur alsnog geroepen werd dat je kaartjes niet klopte, maar na wat handen- en voetenwerk mochten de heren toch doorlopen naar hun eerste pilsje, zo werd gedacht. Wat een deceptie: het was Ramadan en daarom werd er in het stadion géén bier verkocht. Wilde je naar buiten? Ga je gang, maar dan kom je er ook niet meer in. Nou goed, wanbeleid, ballentent, krachtterm, krachtterm, et cetera, maar tussen de Erdogan propaganda door werd er wel een enorme pot gespeeld en kon Bologna weer afdruipen naar hun stad met van die kut hondjes met van die kut jasjes (if you know, you know).

De eerder opgesplitste groepen voegde zich zodoende weer bij elkaar bij de Gargamel tent. De ene kant om hun halfje weg te drinken en de andere kant om de overwinning te vieren. Ditmaal kon het terras verlaten worden zónder door ons gevulde popcornbakken, maar wel met de nodige gratis shotjes, gezien er telkens een lokaal maandsalaris werd achtergelaten voor de astronauten met een grafhekel aan kleine blauwe mannetjes.

Het Braquantieritme zat er inmiddels bij iedereen weer feilloos in en er volgde een avond die beschreven kan worden met: veel praten over seks, weinig seks, veel bier en Nederlandse hitjes in de Pendor bar, waar het ditmaal zo druk was dat zelfs de öhnönö’s zelfservice waren geworden.

De laatste volledige dag is toch altijd dubbel: enerzijds voelt je lichaam alsof het gehele ledenbestand van Herbreeuws voor chaos over je heen gefietst is, anderzijds kun je je niet meer voorstellen hoe het is om geen bezopen roes meer te hebben en heeft dat alle gevolgen van dien. Daarnaast had Istanboel als stad nog veel te bieden, want het Aziatische deel was dus nog helemaal niet bezocht.

De heren hadden nog te weinig boten gezien, wat resulteerde in een ferrytocht naar het Aziatische deel. Hier waren nog meer krappe straatjes en eettentjes met louter deeg, kaas en kebab te vinden, alsmede weer een Irish Pub. Na drie van die steegjes gezien te hebben lonkte de groene neonborden immers weer dermate en was de fysieke gesteldheid van het reisgezelschap zo penibel dat er op doktersvoorschrift 10 doseringen goudgeel medicijn in moesten.

Klooi Knoet had deze memo echter gemist en wilde zich later bij het gezelschap voegen. Dat hij weinig ervaring had op de waterwegen bleek echter al snel na enkele berichten over de boordradio dat hij de haven gemist had en nu op weg was naar een eiland dat net zo goed in de Waddenzee had kunnen liggen.

Omdat het de laatste avond was moest en zou er ceremonieel afgesloten worden met de mishandeling van de tafel achterin de Pendor bar. De drukte van de dag ervoor was teniet gedaan en men kon weer plaatsnemen aan de vertrouwde tafel. Zesenveertig tikken en enkele wazige herinneringen verder lag die tafel ineens op de grond samen met alle glazen die er eerder nog bovenop gedrapeerd stonden, al zij het nu in duizend stukjes. Hierop werd besloten om snel af te rekenen en de benen te nemen, het eerste en tevens laatste wijze besluit van de reis.

In het holst van de nacht (lees: 7 uur ’s ochtends) werd men weer bruut gewekt omdat de taxi naar het vliegveld al voor het hotel stond. De hoteleigenaar die ons graag zag vertrekken zou even later waarschijnlijk nog versteld staan van allerhande attributen die in de haast vergeten waren, maar dat kon men verder al niet meer deren.

Eén verliezersbak en veel brakke koppen bij de lokale burgerboer bracht ons naar de gate, waar Brum erachter kwam dat de afmetingen voor handbagage slechts voor de vorm zijn. Uiteindelijk heeft de hele club het zonder al te grote kleerscheuren naar huis kunnen maken, waar de handen werden geschud op misschien wel de succesvolste Braquantie tot op heden!

“Ik ben echt dommehoerseksueel”